Stel je voor: je wordt wakker en je hoofd draait al op 120.
Voor de meeste mensen begint de dag met koffie; voor mij begint het met een filmfestival in mijn hoofd. Niet één film tegelijk, maar tien, allemaal keihard, allemaal hun eigen muziek. Je probeert te kiezen waar je naar kijkt, maar alles schreeuwt door elkaar: wat negeer je, wat volg je, waar reageer je op? Simpel contact, een appje sturen, een grapje maken – het kost energie. Niet omdat ik moeilijk wil doen, maar omdat mijn systeem constant checkt wat veilig is en wat kan misgaan.
Vroeger deed ik dit allemaal vanzelf; nu voelt het alsof ik moet filteren, schakelen en een draaiboek bijhouden, terwijl mijn lichaam protesteert met slapeloze nachten en kilo’s die verdwijnen. Daten haalt dat allemaal naar boven. Het is geen spel, geen avontuur, gewoon alert zijn. Elk stil moment kan een trigger zijn, elke glimlach een vraagteken. Vermoeiend, frustrerend, en soms gewoon lachwekkend dat mijn zenuwstelsel niet kan chillen.
Ik moet continu waakzaam zijn. Alles analyseren, monitoren, registreren, doorgeven. Alles draait om scherp zijn, want je weet nooit wat er kan gebeuren. Maar tegelijkertijd: let op jezelf. Selfcare is geen luxe, het is een overlevingsstrategie. Want als jij niet staat, valt alles.
Zestig procent van mijn batterij is al op voordat de dag goed en wel begonnen is. Want ik heb al duizend scenario’s doorgenomen: wat als dit verkeerd gaat, wat als ik opnieuw gekwetst word, wat als ik faal in het gewoon mezelf zijn? Hoe laat ik mijn schouders hangen in deze chaos?
En toch wil ik vooruit. Ik wil contact, ik wil lichtheid, iemand die gewoon naast me zit zonder dat ik constant op de uitkijk moet zijn.
Maar hier zit de paradox: hoe kun je jezelf volledig laten ontspannen, terwijl je zenuwstelsel altijd op scherp staat omdat je leven zo onvoorspelbaar is geweest en nog steeds is?
Tussen verlangen en wantrouwen zit ik vast in mijn eigen hoofd. Het filmfestival draait nog steeds: drama, twijfel, angst, kleine geluksmomentjes, alles tegelijk, keihard. Het is vermoeiend, ja. Het is frustrerend, zeker.
Maar het mooie is: ik merk dat ik steeds vaker even een pauze kan nemen, een film op mute kan zetten en gewoon kan ademen. Het is nog geen volledige ontspanning, nog geen volledige overgave.
Maar het is een begin. En soms is een begin al heel veel. Ik blijf vooruitgaan, met mijn hoofd op overdrive en mijn humor als overlevingspakket.
Want hé, als je niet kunt lachen om je eigen chaos, wie dan wel?
Reactie plaatsen
Reacties
En chaos it is... en dan kan een ander vragen waar ben je zo moe van? Nou eeeuhh
.. mijzelf!